Alle bezittingen die u en uw (ex-)partner hebben, zullen bij de scheiding verdeeld moeten worden. Denk aan de meubels, alle elektronica, de inhoud van de schuur, etc. Al deze spullen hebben een waarde in euro’s. Waren jullie getrouwd of hadden jullie een geregistreerd partnerschap in gemeenschap van goederen? Dan is bij de verdeling van de inboedel het uitgangspunt dat u en uw partner allebei de helft van de waarde van de inboedel krijgen. Is dat niet het geval, dan moet degene die de meeste waarde meeneemt, de ander een geldbedrag betalen om zo toch gelijk uit te komen. Goederen die expliciet verbonden zijn aan één van jullie, zoals kleding of een erfenis met uitsluitingsclausule,, zijn overigens geen gemeenschappelijk bezit. Die hoeven jullie dus ook niet te verdelen. Hadden jullie huwelijkse voorwaarden opgesteld? Dan staat daarin vermeld welke spullen van wie zijn. Alles wat jullie gezamenlijk bezitten, moeten u en uw (ex-)partner eerlijk verdelen.
Als jullie na een huwelijk of geregistreerd partnerschap uit elkaar gaan en jullie hebben een huurwoning, dan kan het zijn dat één van jullie in de woning wil blijven. Hierover beslissen jullie zelf. Informeer wel de verhuurder over de verandering en laat eventueel het huurcontract aanpassen zodat het contract op de juiste naam staat. Bent u degene die de gezamenlijke huurwoning gaat verlaten en ontvang je huurtoeslag? Geef uw adreswijziging dan door op Mijn Toeslagen.
Als jullie een koophuis hebben en één van jullie blijft na de scheiding in dat huis wonen, dan wilt u graag weten wie recht heeft op aftrek van de hypotheekrente in de belastingaangifte. Wie de hypotheekrente mag aftrekken, is afhankelijk van wie er in de woning blijft wonen, wie de hypotheekrente betaalt en hoe de eigendomsverhouding is. Ieder scenario kent hierbij zijn eigen – vaak ingewikkelde – regels. Bepaal uw situatie op de site van de Belastingdienst en bekijk wat de gevolgen zijn voor uw eventuele hypotheekrenteaftrek.
Als jullie besluiten om jullie gezamenlijke huis te verkopen, dan kan de opbrengst hoger zijn dan de hypotheekschuld. Er is dan sprake van overwaarde. Koopt u daarna een nieuw huis, dan mag u alleen hypotheekrente aftrekken over de aankoopprijs minus uw deel van de overwaarde. Andersom kan het ook zo zijn dat jullie huis juist minder opbrengt dan de hypotheekschuld. Dan houdt u dus een restschuld. Die schuld moeten jullie samen verdelen.