Bij overlijden dient eerst de betrokken arts of huisarts te worden gewaarschuwd. Hij of zij zal het overlijden officieel moeten vaststellen.
Wanneer de arts het overlijden officieel heeft vastgesteld, zal hij of zij een A-verklaring en B-verklaring afgeven. Op dit document staan de naam, geboortedatum en overlijdensdatum genoteerd. De B-verklaring is een formulier waarop de dienstdoende arts de oorzaak en het tijdstip van overlijden invult. Deze informatie is bedoeld voor de bevolkingsstatistieken. De A-verklaring bevat geen tijdstip en oorzaak van overlijden.
Bij het vaststellen van de doodsoorzaak, zal de dienstdoende arts tevens nagaan of het een natuurlijke of niet-natuurlijke dood betreft. Wanneer er sprake is van een niet-natuurlijke dood mag er namelijk geen begraving of crematie plaatsvinden, zonder dat het aspect van strafbaarheid en aansprakelijkheid in relatie tot het overlijden onderzocht of opgehelderd is. Bij een niet-natuurlijke dood zal justitie een onderzoek instellen, en kan er om medewerking worden gevraagd aan de nabestaanden.